Als brandweerman ben je niet enkel bezig met interventies maar moet je ook heel vaak oefeningen om te zorgen dat het goed gaat tijdens interventies. We oefenen heel het jaar door en elk jaar wordt er een onderdeel gekozen waar de nadruk op wordt gelegd. Dit jaar is er een extra lange opleiding natuurbrand. In Limburg is er veel natuur wat specifieke en extra uitdagingen met zich meebrengt.
De opleiding bestaat uit 3 uur theorie die gevolgd moeten worden voor je aan de praktijk mag beginnen. De praktijk bestaat uit een volledige dag van 8u tot 17u. Tijdens deze dag wordt de gegeven theorie in praktijk omgezet. De verschillende onderdelen worden hier geoefend met verschillende korpsen om zo te zorgen dat elke zone in Limburg op dezelfde manier werkt. Posten uit heel Limburg nemen hieraan deel zo waren er tijdens deze oefening manschappen van Bree, Leopoldsburg, Tessenderlo, Helchteren en Maasmechelen aanwezig.
Het gaat hier niet enkel om het blussen van branden maar ook het rijden in colonne, keren in colonne, noodprocedures, noodevacuatie,…
Het militair oefenterrein is uitermate geschikt voor deze oefeningen.
Er zijn verschillende technieken van blussen afhankelijk van het soort brand dat je tegenkomt. Als het een brand is op een terrein waar de voertuigen vlot kunnen rijden of zoals hieronder een weg kan er gekozen worden om al wandelend te blussen. De voertuigen zijn uitgerust met pompen die al rijdend water kunnen geven.
Een defensieve opstelling betekent dat je het vuur gaat opwachten aan een weg. De voertuigen staan ongeveer 20m uit elkaar en de bedoeling is te proberen het vuur te stoppen. De manschappen staan één slanglengte (20m) van de voertuigen en ze overlappen elkaars waterstralen.
Indien dit niet lukt en de voertuigen geraken niet meer op tijd weg gaan ze over naar een defensie opstelling in lijn waarbij ze vlak bij elkaar gereden en het zelfprotectiesysteem wordt ingeschakeld zodra het vuur de voertuigen bereikt.
Het zelfprotectiesysteem bestaat uit kleine sproeiers die zich rond rond de cabine, wielen en de pomp bevinden om zo het voertuig en de manschappen te beschermen. Dit is een noodprocedure dus de slangen en lansen worden gewoon achtergelaten in het terrein. Voertuigen zonder een zelfprotectiesysteem zetten een waterscherm.
Er kan ook gekozen worden voor een defensieve opstelling in blok waarbij het commandovoertuig (zonder zelfprotectiesysteem) ingesloten wordt door de bosbrandwagens met zelfprotectiesysteem.
Omdat natuurbranden niet altijd makkelijk bereikbaar zijn zijn alle bosbrandwagens uitgerust met rugzakken met slangen. In deze rugzak zitten 4 slangen waarmee 80m overbrugd kan worden. Elk voertuig heeft 2 rugzakken aan boord. Op de haspel aan de pomp zit nog 120m slang. Er worden afsluiters geplaatst tussen de slangen zodat het water afgesloten kan worden zonder de pomp stil te leggen en zo te verlengen.
Als je opeens overvallen wordt door een verandering van windrichting of het vuur komt opeens sneller naar je toe dan verwacht kan de bevelvoerder overgaan tot de noodevacuatie. Elke brandweerman heeft een tas met een noodmasker bij zich. Dit wordt opgezet en voorziet enkele minuten lucht. Omdat je meestal in zware rook zit wordt dit getraind door blindelings de weg terug te vinden naar het voertuig door de slang te volgen door een dichtbegroeid bos.
Na elke oefening en interventie moet al het materiaal terug in orde gemaakt worden. Om de slangen vlot terug in de rugzak te krijgen (deze zitten in zig-zag in de rugzak) gebruiken we een plaat om de slangen op de juiste afmeting te zig-zaggen.